Rufus

23/07 Ponferrada – Villafranca del Bierzo

Ik glimlach. De weg leidt langs schattige groenten-, en kruidentuintjes en vredige fruitgaarden. De eigenaars ploeteren met hun handen in de aarde onder een milde ochtendzon. De aarde wordt hier druk bezaaid, beplant, bevrucht en bewerkt. Gewassen groeien, worden gegeten en komen weer op de aarde terecht. Het is een oneindige cirkel waar wij ons tussen bewegen en vandaag lijkt de rugzak lichter. We lopen op wolkjes. In microformaat zijn wij de wereld en is de wereld het universum. Zo moet het ongeveer zijn. Met de horizon in het vizier, bedenk ik me dat de maan een vrouw is en de zon een man en dat ze elkaar nodig hebben zoals de twee kanten van eenzelfde medaille. Ze kunnen niet met, maar ook niet zonder elkaar en moeten gelijkwaardig hun deel brengen in een soort van perfecte harmonie.

Alles is één

We zijn als druppels van de zee. Een eindeloze oceaan. Wat boven is, is beneden. De rivier weerspiegelt de bomen, de wolken, de lucht. We zijn allemaal ons eigen centrum van de wereld. We zijn onze wereld. We zijn van niemand en niemand is van ons. We zijn.

IK BEN!

Alsof Matis mijn innerlijke gefilosofeer ruikt, zegt hij: De hemel, dat is een zwart gat. Alleen wij zien hem blauw.
Precies! We schieten allebei in een lachbui die ongeveer tien minuten blijft duren. We zien de wereld slechts zoals we denken dat die is. We hebben gewoon geen idee…. Schaterlachen moeten we ervan. De dieren, de natuur, onze biologische klok. Zowat alles is in disharmonie. We zijn gewoon met zen allen zo in de war. We zijn helemaal niet meer natuurlijk. We zitten tussen bakstenen en in plaats van naar de horizon te kijken, starten we ons blind op beton. We praten tegen telefoons, niet tegen elkaar. We kijken televisie in plaats van in elkaars ogen, waar altijd de waarheid zit. Blikken kunnen immers niet liegen. Nooit.

De blik van Matis liegt zeker niet wanneer hij een ongewoon tafereeltje opmerkt in het bo. Een geïmproviseerde foodtruck met wat oude stoelen en tafeltjes komen in ons vizier, het lijkt wel een soort van openlucht woonkamer. Erg gezellig. We moeten hier gewoon even neerploffen al was het maar omdat er een hond is die duidelijk zin heeft om ons te leren kennen. We settelen ons in de fluwelen zetels terwijl Matis een lekkere smoothie besteld met een stukje cake erbij. Dat past nu wel perfect in het kader. De hond legt heel ostentatief een steen neer naast mijn voeten. Die moet ik natuurlijk weggooien en dan brengt hij die weer terug. Zijn baasje vertelt ons dat hij Rufus heet. We zijn meteen helemaal weg van Rufus en willen de rest van de dag liefst hier blijven. Maar net zoals met alle betoverende plekjes op deze tocht, kunnen we ook dit moment met deze zalige nieuwe vriend niet vasthouden.

We moeten voort, en deze speciale ontmoeting met ons meenemen. Ik begin de hele set-up van deze camino echt beetje bij beetje te snappen. De spullen die je liefst zo weinig mogelijk meesleurt, maken stilaan plaats voor een hele hoop herinneringen. Mooie landschappen, prachtige bomen, lieve mensen, zalige geuren, allemaal dingen die niets wegen en je juist dat duwtje en de energie geven om door te zetten. Kleine helpers die we o zo nodig hebben op ons pad.

Dat inzicht ga ik nooit meer vergeten.

Rufus, een nieuwe vriend

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *