De ring

19/07 Burgos-Astorga

Correos is de naam van de Spaanse post. We zoeken een postkantoor in de stad en maken in het ruime kantoor onze rugzak helemaal leeg. Overal verspreid liggen onze kleren, sokken, toiletspullen en slaapzak. We sturen vandaag een pakket richting België en we moeten beslissen wat we niet meer gaan meenemen. We zijn tenslotte in de helft van onze trip. Onze boots sturen we sowieso naar huis, dat was al eerder beslist. Over mijn fleece vest twijfel ik nog omdat het mijn enige trui is maar die ik tot nu toe niet heb gedragen wegens te warm. Maar je zult altijd zien, dan heb je ze niet meer en dan wordt het plots koud. Onze regenjassen hebben we ook nog niet gebruikt, maar het is te risicovol om die naar huis te sturen. Stel dat het nog eens gaat regenen. We staan voor een niet zo makkelijke oefening vandaag. Uiteindelijk sturen we vier kilogram naar België. Onze rugzakken voelen aan als pluimpjes als we ze weer op onze rug hijsen.

Afscheid

Vanochtend hebben we afscheid genomen van de Zuid Koreanen en van ons clubje. Ik voel me sindsdien een beetje verscheurd. Vader en zoon Zuid Korea, waren al bij ons vanaf de eerste minuut van onze tocht. Op de eerste helling had de enthousiaste vader al een foto van ons genomen en vandaag heeft hij er nog een paar genomen en eigenlijk nam hij altijd foto’s van ons als we ze tegenkwamen onderweg. Praktisch elke dag dus. Hij drukte ons nog eens op het hart dat wij het aller aller knapste camino duo zijn, en dat hij onze foto’s naar al zijn vrienden en heel zijn familie heeft doorgestuurd.

‘Amazing!’ Zegt hij, ‘you guys look amazing.’ Ze moeten hun tocht hier eindigen omdat de zomercursus van zoonlief in London over enkele dagen start, hij belooft zelf zeker terug te komen om de camino te finishen. Iets wat ik overigens heel goed begrijp. Ook de Nederlanders Lisanne en Martijn vliegen morgen naar huis. Ik probeer Lisanne nog te overtuigen om toch verder te lopen met ons, Martijn is al in Santiago geweest maar zij niet en ze heeft wel zin maar gaat haar wandeling ook een andere keer komen verderzetten. We beloven een keer af te spreken samen in België of Nederland. Mijn hart breekt voor een tweede keer vandaag als ook dit duo uit ons zicht verdwijnt. Toen Michel door de houten deur kwam vanochtend en ik zijn nieuwe schoenen zag kon ik het niet laten om met Kyle in mijn gedachten te vragen:

‘Is that your new shoes?’ Ik trek daarbij mijn wenkbrauw ostentatief op.

‘Same as you!’ Lacht hij verlegen.

Omdat wij vandaag een sprong gaan maken in de tijd. Matis vreest dat we Santiago de Compostela niet gaan halen als we het volledige traject willen lopen, dus moeten we een paar etappes skippen om zeker binnen tijd onze tocht te kunnen voltooien. Hij wil heel graag die Compostela, dus terugkeren naar huis zonder het bereiken van het graf van de apostel, is voor hem to-taal geen optie. Ik wil ook wel graag het doel halen en ben er nu een stuk relaxter in dan een dikke week geleden. We nemen de trein en zullen de bloedhete mesetas overslaan, het is een minder ‘zwaar’ traject van de camino omdat de hoogteverschillen hier best meevallen, maar aan de andere kant spreekt men tegelijk van het moeilijkste stuk, omdat er geen plekje schaduw te vinden is op dit traject en dit dagen aan een stuk. In tegenstelling tot het begin, leg ik me er nu wel bij neer dat we dan iets minder kilometers zullen doen om ons doel te kunnen halen. Ik beloof wel plechtig aan mezelf dat ik terugkeer om de saaie meseta’s nog te doen. Het is een zeer eenzaam traject, dat erg uitnodigt tot introspectie, dus dat lijkt me ideaal om een keer alleen te doen als ik eens een paar dagen me-time kan gebruiken.

We gaan de Denen ook niet meer zien omdat we die voorsprong pakken. Ons kleine clubje achterlaten vandaag valt echt zwaar. Het zijn niet alleen mede pelgrims, het zijn je bakens, je reddingsboeien, de bekende gezichten wanneer je oververmoeid een nieuwe plek binnenwandelt. Zelfs voor Matis is het even slikken, het waren evenzeer allemaal zijn maatjes. Toch, het hoort nu eenmaal bij het leven van een pelgrim. Mensen komen, mensen gaan. Iedereen wandelt zijn eigen weg. Soms zou je ze willen meenemen in je rugzak, maar dat kan nu eenmaal niet.

Michel vertrekt niet zonder onze namen nog eens te vragen, en hij wil ook nog graag weten waarom ik altijd zit te tokkelen op mijn computer in de weinige vrije tijd die we hebben.

‘Are you answering emails?’ Vraagt zijn vriend Mikael zich af.

‘No, I’m writing a blog.’

‘I knew it!’ Zegt Michel triomfantelijk tegen zijn vriend.

Ze willen graag de link hebben, en ze beloven dat ze het zullen proberen te lezen.

Aan de Mikéls: God Made!

Tien minuten nadat we van iedereen afscheid hebben genomen, lopen we de trappen af richting centrum stad. Matis zet er meteen flink de pas in, ik loop met lood in mijn schoenen achter hem aan. Mijn blik een beetje somber, naar de grond gericht. Dan zie ik iets blinken en schitteren op de stenen. Ik buk me om te kijken wat het is. Niet eenvoudig met zo’n rugzak op je rug. Het is een ring! Een mooie zelfs. De ring is van goud en bestaat uit allemaal kleine bolletjes aan elkaar. Ik raap hem op en doe hem rond mijn vinger. Helaas is hij me veel te groot. Ik schuif hem rond mijn middelvinger en plaats er een andere ring voor zodat de grote ring niet meer weg kan schuiven. Ik voel me als de prins die het glazen muiltje gevonden heeft op de trappen van het kasteel, alleen zijn dit dan de trappen van het klooster en ben ik de pelgrimsprinses. Omdat het een ring in een mannenmaat is kan ik misschien net als de prins in het sprookje van Assepoester, alle huwbare single mannen uit het camino koninkrijk uitnodigen om de ring te komen passen. Wie de ring past…!

PS: Vikings krijgen voorrang! 😉

***

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *