Keep on running

12/07 Los Arcos – Viana

De Belgen, die vrijwilligerswerk doen in Los Arcos voor het Vlaams Compostelagenootschap, wisselen elkaar iedere veertien dagen af om de pelgrims wegwijs te maken in het schooltje dat helemaal omgebouwd is tot refuge. Het lijkt wel een soort veldhospitaal, maar de douche werkt prima en er is een wasdraad van wel meters lang waarop sokken, shirts en handdoeken kunnen drogen in de zon. Ik doe er zelf ook een fikse handwas en maak dankbaar gebruik van de faciliteiten.

Onze kamergenoten zijn Duitsers en in het eerste stapelbed vlak naast onze deur liggen de vader en zoon uit Zuid Korea. De volumineuze Duitse papa is erg vriendelijk en doet meteen een babbel met ons. Hij vraagt zich af waarom ik naar boven moet klauteren in het stapelbed. Zijn dochter, die erg last heeft van rode uitslag op haar benen, slaapt boven. We hebben een deal, vertel ik hem. Bij ons geen deals lacht hij en hij draait zijn vinger naast zijn slapen naar me om me duidelijk te maken dat ik gek ben. Ik laat de dochter een natuurlijke Urtica crème zien tegen roodheid en irritaties en laat haar weten dat ze die gerust kan opsmeren. Ze maakt er dankbaar gebruik van.

Het snurken van de man met flink wat overgewicht, moeten we er ’s nachts wel bijnemen. Onze oordoppen komen weer van pas. Gelukkig staan ze al rond vier uur gepakt en gezakt klaar, zodat wij nog even anderhalf uur slaap kunnen meepikken. Ik kan het amper geloven maar wanneer we het schooltje verlaten merk ik dat mijn knie volledig oké is. Ze geeft geen krimp bij de eerste helling en ook na een fikse afdaling krijg ik geen pijnlijke verwittigingen of alarmsignaal meer. Ik kan terug normaal wandelen, met twee voeten in de verticale positie, en hoef me niet meer in duizend bochten te wringen om elke vorm van belasting op mijn linkerknie te vermijden. Wow, dat spaart me een pak energie. Daardoor verkeer ik vandaag in een opperbeste stemming, om niet te zeggen euforie.

Als we goed een twee uur op weg zijn komen we in een aller schattigst dorpje waar een lieve hond de wacht houdt bij een aandoenlijk kraampje. Er staan fruit en energierepen, drankjes, kleine juweeltjes en een heleboel zelfgemaakte mini aquarel schilderijtjes. Overal staat een prijs bij en er staat een potje waar je het geld in moet leggen. Het kraampje is onbemand. We kopen fruit, een juweeltje en ik kies een aquarel. Deze leuke onverwachte pareltjes maken echt je dag op de camino. Ik word er zo blij van dat er spontaan een liedje door mijn hoofd schiet.

‘Keep on running,’ neurie ik zacht. Maar omdat ik van Matis niet zelf mag zingen, zoek ik het liedje op mijn Iphone en geniet intens van de vrolijke sound. Er kan zelfs een dansje af. Matis zegt dat ik normaal moet doen of dat hij me voor ‘Down the Road’ gaat inschrijven, en niet als begeleider! Aan stoppen denk ik niet. Zingend en dansend dartel ik van de berg. Matis wordt uiteindelijk aangestoken door mijn plezier, geeft zijn verzet op en neemt het blikken doosje Smint uit zijn broekzak. Hij gebruikt het doosje als rammelaar en voegt wat samba met muntsmaak toe aan het nummer. Er kan nu zelf een pirouetje af bij hem. We lachen, zingen en dansen de berg af. We voelen zelfs het gewicht op onze rug niet meer.

‘Keep on running, keep on hiding.

One fine day I’m gonna be the one.

Oh yeah, I’m gonna be your man.’

Een macho mountainbiker komt tegen high speed de berg af geracet. Hij fronst alleen zijn wenkbrauwen als hij de bonte fanfare die wij nu zijn ziet voorbijtrekken maar houdt wijselijk zijn mond.

‘Een buen camino kan er niet meer af zeker!’ Roept Matis hem achterna. Hij maakt er een gebaar bij alsof hij zijn wandelstok in het wiel van de biker steekt.

‘En toen had Matis een fiets.’ Zijn fantasie slaat duidelijk een beetje op hol. We moeten hier allebei zo hard om lachen dat we nu dansend en lachend en bulderend van de berg rollen. Voor we het goed en wel doorhebben, zijn er kilometers gelopen.

Matis legt me uit hoe je moet zeilen. Hij brengt me de basistechnieken bij en verzekert me dat zeilen niet alleen een praktische aangelegenheid is maar dat er best wel wat theorie bij komt kijken. Zo zijn er drie verschillende soorten wind: halve wind, scherpe wind en ruime wind. Nu is er ruime wind bijvoorbeeld, die van achter ons komt, en dan moet je het zeil anders opzetten dan bij scherpe wind. De wind in Knokke komt meestal uit Zeebrugge weet hij ook nog te vertellen. Daar kan je je klok gerust op instellen en als ik wil, dan kunnen we eens samen gaan zeilen. Ik spreek met hem af dat we daar een dringend werk van gaan maken. Ik vraag hem ook wat Fortnite eigenlijk is. Hij legt me het spel helemaal uit en is blij me te kunnen vertellen hoe de vork helemaal in de steel zit.

‘Het is nu eenmaal een hype.’ Zegt hij heel serieus. En dat gaat voorlopig nog wel een tijdje zo blijven. Ik ben verwittigd.

Als we een mooi kunstwerk tegenkomen in tegeltjes van La Madre houd ik halt voor een foto.

‘Is dat nu la puta madre?” Vraagt Matis.

‘Nee, je kunt dat toch lezen wat er staat: Nuestra Señora del Papa.’ Wijs ik hem naar de tekst boven het lieflijk duo moeder en kind.

‘Wat betekent la puta madre dan?’

‘Hoerenjong.’ Zeg ik.

We zijn weer vertrokken voor een half uur lachen.

In het bos komen we een plek tegen waar wel honderd torentjes gemaakt zijn uit platte stenen waarmee de paden hier bezaaid liggen. Heel het sfeertje errond straalt kracht en magie uit. Je kunt er wat drinken en betaalt wat je kunt missen. Matis drinkt er sportdrank. Er staat ook een wishtree vol armbandjes en wensen en vlaggetjes, foto’s en tekstjes. Ik laat er een klein armbandje achter met de wens om wat meer voorbij het materialisme te groeien. Minder kopen, meer bezitten. Minder hebben, meer zijn. Zoiets. Matis begrijpt niet hoe je nu zoiets kunt wensen. Hij zit juist in een heel materialistische fase en wil zoveel mogelijk. Hij vraagt of het een duur armbandje is. Ik schud van nee.

‘Gelukkig!’ Zegt hij opgelucht, ‘anders had ik het terug meegenomen ze.’

Kinderen! Zucht.

Het landschap is ongelooflijk interessant, afwisselend, wondermooi. We kronkelen op een smal zandpad dat voortdurend op en neer gaat en ons vergezichten toont waar we van smullen alsof het warme versgebakken appelcake is. De krekels stuwen ons met hun ritmisch gezang vooruit. Tchicatchicatchicatchicatchica, zingen ze. Een enkele pelgrim passeert ons. Als ik haar hallo zeg, zie ik dat ze achter haar zonnebril bittere tranen vergiet. Je zou van minder emotioneel worden denk ik. Het is hier zo stil, zo mooi, zo puur en zo eerlijk. Dat dwingt tot inkeer of je dat nu graag wilt of niet.

Matis ziet elk diertje en insect dat we onderweg tegenkomen: Kikkers, libellen, kleine muisjes, salamanders, vlinders, kevers, grote XL mieren, sprinkhanen. Soms ligt er een klein dood muisje op de weg. Die neemt hij tussen zijn sticks om ze een soort mini begrafenis te geven in de berm. Hij vindt niet dat ze dood op de weg moeten liggen. Ze verdienen een rustiger en mooier plekje, aldus hem. Op een gegeven moment zegt hij. Stop en ssst. Een eekhoorn in reuzenformaat steekt vlak achter ons de weg over. Ongelooflijk hoe hij het allemaal hoort en ziet. Hij maakt ook overal foto’s van alsof hij op pad is voor Wildlife Magazine. Voor wie zijn zintuigen op scherp zet, wat eigenlijk bijna automatisch gebeurt hier, valt er om de vijf seconden wel iets te zien en te beleven.

Matis vertelt over een youtuber die onder medische begeleiding een foltertechniek heeft uitgeprobeerd die vaak werd toegepast door de Chinese maffia. Hij heeft gedurende enkele uren om de zoveel tijd een druppel water op hetzelfde puntje van zijn voorhoofd laten neerkomen.

‘En pijn dat hij had.’ Hij zegt het vol verwondering, ‘mama, dat zag gewoon blauw. Die youtuber is daarmee moeten stoppen want dat was niet te doen, mama. Eén druppel water hé!’

Spontaan schiet me een nummer van Sting te binnen, het popt open in mijn lijf als een tabblad op het internet:

On and on the rain will fall

Like tears from a star

Like tears from a star

On and on the rain will say

How fragile we are

How fragile we are

Als je al gek kunt worden van waterdruppels mama, allez, dat is toch ongelooflijk!’

Het is inderdaad ongelooflijk. Heel deze camino. Ik kan nog niet precies zeggen wat, maar deze weg doet iets met je. Als die kleine waterdruppel, die langzaam binnendruppelt, met een minimum aan input, en een maximum aan impact. Wat er ook gebeurt, we laten het gebeuren.

Voor het slapengaan schrijf ik nog dit op mijn to do list:

Camino playlist maken!

 

***

 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *